In the Picture

Financiële steun van de overheid – een duwtje in de rug of een mes op de keel?
Oktober 2020Stel je voor…
Jouw startup ontving enkele jaren geleden een belangrijke subsidie van de provincie voor de aankoop van een nieuwe productievestiging. De provincie verzekerde je toen dat deze subsidie uitgekeerd kon worden zonder enige voorafgaande formaliteit. Blijkbaar kon zij genieten van een zogenaamde vrijstelling van de voorafgaande aanmeldingsverplichting. Zonder goed en wel te weten wat dit concreet inhield, vertrouwde je op deze verklaring van de provincie en heb je de subsidie in ontvangst genomen.
Nu, enkele jaren later, ontvang je van de provincie een brief dat de subsidie wel aangemeld had moeten worden bij de Europese Commissie. De provincie spreekt over onrechtmatige staatssteun en vordert de subsidie terug, met interest!
In paniek haast je je naar het bureau van je CFO. De provincie kan toch niet zomaar deze subsidie met interest terugvorderen? De provincie had je toch verzekerd dat er geen probleem was? Wat kan je doen om de terugvordering te vermijden?
Even verduidelijken
Het toekennen van staatssteun is in Europa onderworpen aan strikte regels. In principe moet elke steun aangemeld worden bij de Europese Commissie, en door deze worden goedgekeurd, vooraleer hij uitgekeerd kan worden. De overheid is enkel vrijgesteld van haar aanmeldingsverplichting indien de steun voldoet aan alle voorwaarden van een vrijstellingsverordening of –besluit van de Europese Commissie.
Het Hof van Justitie heeft bevestigd dat de steunverlenende overheden verplicht onrechtmatige staatssteun moeten terugvorderen wanneer zij naderhand vaststellen dat niet voldaan was aan één of meerdere voorwaarden om te kunnen genieten van een vrijstelling van de aanmeldingsverplichting. Zij moeten dit doen op eigen initiatief en dus zelfs zonder terugvorderingsbesluit van de Europese Commissie of een vonnis van een nationale rechter.
Het belang van deze verplichting mag niet onderschat worden. Het blijkt immers duidelijk uit de rechtspraak van het Hof van Justitie dat een onderneming zo goed als geen geldig verweer kan voeren wanneer zij geconfronteerd wordt met een terugvorderingsbevel.
Het beginsel van gewettigd vertrouwen – één van de weinige uitzonderingen op de verplichte terugvordering van onrechtmatige staatssteun – biedt geen oplossing. Het Hof heeft inderdaad verduidelijkt dat niet alleen de steunverlenende overheid, maar ook de begunstigde zelf, de verantwoordelijkheid draagt om na te gaan of een steunmaatregel al dan niet aangemeld moet worden bij de Commissie.
De startup uit het voorbeeld mag dus helemaal niet blindelings vertrouwen op de verklaring van de provincie, die van oordeel is dat er geen aanmelding vereist is. De startup had zelf moeten onderzoeken of er sprake was van steun en, zo ja, of de steunmaatregel had moeten worden aangemeld bij en goedgekeurd door de Europese Commissie.
Ondernemingen mogen de staatssteunregels dus in geen geval negeren. Bij de beoordeling van de aanmeldingsverplichting staan ze op hetzelfde niveau als de steunverlenende overheid en zij moeten zich realiseren dat het financieel risico van terugvordering volledig bij hen ligt.
Voorzichtigheid is dus aan de orde, zeker in deze corona-periode waarin er vele steunmaatregelen worden toegekend. Better safe than sorry…
Concreet:
- Een overheid moet op eigen initiatief toegekende staatssteun terugvorderen wanneer zij naderhand vaststelt dat de voorwaarden voor een vrijstelling van de aanmeldingsverplichting niet vervuld zijn.
- Deze verplichting geldt ook wanneer de overheid voordien aan de begunstigde verklaarde dat de steunmaatregel vrijgesteld was van de aanmeldingsverplichting.
- De begunstigde van de steun kan zich in principe niet beroepen op het gewettigd vertrouwen om te ontsnappen aan de terugvordering ervan. Zij heeft zelf de verantwoordelijkheid om na te gaan of bepaalde steun al dan niet aangemeld moet worden bij de Europese Commissie.
- Indien die begunstigde in tegenstelling tot de overheid meent dat een aanmelding vereist is, moet zij hierover in overleg treden met de overheid vooraleer de staatssteun te aanvaarden.
Meer weten:
- HvJ 5 maart 2019, zaak C-349/17, Eesti Pagar AS / Ettevõtluse Arendamise Sihtasutus en Majandus- ja Kommunikatsiooniministeerium, ECLI:EU:C:2019:172 (http://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf;jsessionid=8472554DE7FEC934073DC922C0074F8F?text=&docid=211287&pageIndex=0&doclang=nl&mode=lst&dir=&occ=first&part=1&cid=9547074)
- Voor meer informatie over het arrest Eesti Pagar, zie S. Engelen en L. Sente, “Eesti Pagar: een duwtje in de rug van steunverlenende autoriteiten en een mes op de keel van begunstigden”, SEW 2020, februari 2020
- Voor bijkomende informatie over de terugvordering van staatssteun, zie https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52019XC0723(01)
- Voor bijkomende informatie verwijzen wij ook naar onze eerdere publicatie: ‘De overheid geeft je concurrent een aanzienlijk duwtje in de rug… Wat te doen?’
