In the Picture

Meer flexibiliteit voor Belgische vennootschappen en verenigingen
April 2019Stel je voor...
Je bent COO van een Britse producent die voornamelijk inzet op export. Voor de distributie van je producten op het Europese continent werkt je bedrijf sinds jaar en dag succesvol samen met een Belgische onafhankelijke distributeur. Je vrees is dat de Brexit jullie handelsrelatie negatief zal beïnvloeden en de kosten daarvan aanzienlijk zal opdrijven. Je wil dit risico neutraliseren door de distributeur over te nemen. Je voorstel wordt met enthousiasme onthaald en resulteert in de overname van alle aandelen van de Belgische distributeur.
Kort na de overname ontdek je dat het Belgische vennootschapsrecht grondig wordt hervormd. Je nieuwe Belgische medewerkers vertellen je dat de wijzigingen aanzienlijk zullen zijn. Zo worden er blijkbaar verschillende vennootschapsvormen afgeschaft.
Dit roept veel vragen bij je op. Hoe ver gaan de wijzigingen? Blijft de Belgische aanwinst een bruikbaar vehikel? Moet je stappen ondernemen om deze vennootschap aan het nieuwe recht aan te passen?
Even verduidelijken.
Op 28 februari 2019 keurde het Belgische Parlement het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen goed. Dat wetboek treedt in werking op 1 mei 2019. Voor de bestaande vennootschappen en verenigingen voorziet het in een geleidelijk overgangsregime.
Zij kunnen er vanaf 1 mei 2019 voor opteren om onder het nieuwe recht te vallen. Hiertoe volstaat een gewone statutenwijziging, waarbij de statuten worden aangepast aan de bepalingen van het nieuwe wetboek.
Bestaande entiteiten hebben tot 1 januari 2024 de tijd om hun statuten aan te passen aan het nieuwe recht. Zij moeten dit sowieso doen wanneer zij na 1 januari 2020 hun statuten wijzigen, om gelijk welke reden.
In ieder geval worden vanaf 1 januari 2020 de dwingende bepalingen van het nieuwe wetboek automatisch van toepassing, zoals de regels ter bescherming van schuldeisers. Bepalingen in de statuten die onverenigbaar zijn met het nieuwe dwingende recht worden vanaf dat moment nietig.
Een heel aantal vennootschapsvormen zal verdwijnen. In principe zullen er slechts 4 basisvormen overblijven: de maatschap, de naamloze vennootschap (NV), de besloten vennootschap (BV) en de coöperatieve vennootschap (CV).
Vennootschapsvormen die worden afgeschaft kunnen zich aan het nieuwe recht aanpassen door zich uiterlijk tegen 1 januari 2024 om te vormen. Doen zij dit niet, dan zullen zij op 1 januari 2024 automatisch omvormen in een door het wetboek voorgeschreven rechtsvorm.
De regels die van toepassing zullen zijn op de overblijvende vennootschaps- en verenigingsvormen veranderen, vereenvoudigen en flexibiliseren sterk.
Het nieuwe wetboek regelt de organisatie van de vennootschappen op een meestal niet-bindende wijze. Dit laat een grote vrijheid aan de aandeelhouders om hun vennootschap naar eigen inzichten te moduleren.
Zo wordt het mogelijk om een NV of een BV op te richten én te besturen met één persoon. Deze vennootschappen kunnen zonder enige beperking alle soorten effecten uitgeven (zoals aandelen, (converteerbare) obligaties, inschrijvingsrechten, winstbewijzen en certificaten) en ook de overdraagbaarheid ervan vrij regelen. In deze vennootschappen kunnen stem- en dividendrechten onafhankelijk van de kapitaalvertegenwoordigende waarde van de aandelen worden toegekend. Niet-genoteerde vennootschappen kunnen het meervoudig stemrecht zonder beperking invoeren. In genoteerde vennootschappen is deze mogelijkheid beperkt tot de invoering van een zogenaamd “loyaliteitstemrecht”. Daarbij kunnen de statuten bepalen dat houders van aandelen op naam, die hun aandelen minstens 2 jaar ononderbroken aanhouden, een dubbel stemrecht kunnen uitoefenen.
Het koninginnenstuk van het wetboek is de nieuwe BV, die in de plaats komt van de BVBA. De BV biedt nog steeds de bescherming van de beperkte aansprakelijkheid, maar daar staat geen verplicht minimumkapitaal meer tegenover. Eenvoudiger nog, het begrip “kapitaal” wordt voor de BV afgeschaft. Het kapitaalbegrip bepaalt dan ook niet meer de aandeelhoudersrechten: hoeveel aandelen men voor welke inbrengen kan verwerven en welke rechten hieraan verbonden zijn, kan vrij worden geregeld.
Ook de mogelijkheden voor de organisatie van het bestuur van de vennootschappen worden uitgebreid. De klassieke raad van bestuur blijft bestaan, maar een NV kan opteren voor één enkele bestuurder of voor een duaal systeem, met onderscheiden bestuursbevoegdheden voor de directieraad en de raad van toezicht.
De bestuurdersaansprakelijkheid wordt ook grondig hervormd. Zo kan de aansprakelijkheid van bestuurders in bepaalde gevallen slechts oplopen tot een maximaal bedrag, in functie van de grootte van de bestuurde vennootschap.
Het nieuwe wetboek zal belangrijke gevolgen hebben voor elke Belgische vennootschap en vereniging. Alle ondernemingen met Belgische entiteiten doen er dus goed aan om hun statuten zo snel mogelijk aan te passen aan het nieuwe recht. Dit betekent niet dat onaangepaste vennootschappen en verenigingen plots niet meer bruikbaar of geldig zullen zijn. Wel moeten zij zich aan de dwingende bepalingen van het nieuwe wetboek houden en moeten zij uiterlijk tegen 1 januari 2024 hun statuten aanpassen aan het nieuwe wetboek.
Concreet:
- Bestaande vennootschappen en verenigingen kunnen zich vanaf 1 mei 2019 aan het nieuwe wetboek aanpassen door middel van een statutenwijziging. Elke statutenwijziging die om gelijk welke reden plaatsvindt na 1 januari 2020 moet de statuten volledig aan het nieuwe wetboek aanpassen.
- Alle vennootschappen en verenigingen moeten zich uiterlijk op 1 januari 2024 hebben aangepast aan het nieuwe wetboek, door een gewone statutenwijziging dan wel een omvorming, in functie van hun huidige rechtsvorm. Vanaf 1 januari 2020 moet elke vennootschap en vereniging de dwingende bepalingen van het nieuwe wetboek naleven.
Meer weten:
- De wettekst van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen is te vinden op http://www.dekamer.be/FLWB/PDF/54/3119/54K3119022.pdf.
- De begeleidende brochure van de FOD Financiën is beschikbaar via deze link.
- Voor bijkomende informatie, verwijzen wij ook naar onze eerdere publicaties: 'Help, ik ben bestuurder! Nieuwe regels voor bestuurdersaansprakelijkheid op komst' en 'Thuis is (niet) waar mijn zetel staat'.
