In the Picture

Show me (some of) the money!
september 2017Stel je voor…
Deze namiddag zal je opnieuw een printje op je bureau krijgen met de maandelijkse debiteurenlijst van het bedrijf.
Je weet waar dit keer op keer eindigt: na enkele vruchteloze aanmaningen, een stevige ingebrekestelling en vervolgens een reality check berg je de plannen om een procedure tegen je debiteuren te voeren snel weer op.
Zeker voor de debiteuren in het buitenland draait de kosten-batenanalyse van een procedure systematisch in je nadeel uit… Een lange procedureslag, onvoorzienbare advocatenkosten en mogelijks een insolvabele debiteur op het einde van de rit: het lijkt niet de moeite waard voor al bij al beperkte facturen.
Je raadpleegt legal en tot je verwondering is men daar optimistischer. Je wordt een EBB aangeraden en misschien is in afwachting ook een EAPO mogelijk. Je hoort het in Keulen donderen…
Even verduidelijken.
De voorbije jaren lanceerde de EU verschillende alternatieve procedures om het oplossen van grensoverschrijdende geschillen te vereenvoudigen. Deze alternatieve procedures zijn doorgaans eenvoudiger en goedkoper dan een klassieke gerechtelijke procedure, omdat ze schriftelijk en via standaardformulieren verlopen. Het doel van deze procedures is om de handel over de EU landsgrenzen heen te stimuleren.
Reeds sinds 2009 kunnen ondernemingen en consumenten gebruik maken van de Europese ‘procedure voor geringe vorderingen’, de zogenaamde small claims procedure. Op 14 juli 2017 werd deze procedure door Verordening (EU) 2015/2421 gemoderniseerd en - hopelijk - nieuw leven ingeblazen. De procedure laat partijen die zich in een verschillende EU lidstaat bevinden toe om (de meeste) burgerlijke- en handelsgeschillen met een waarde van maximaal €5.000 (exclusief interesten en kosten) te beslechten.
De eiser dient daartoe bij de (griffie van de) bevoegde rechtbank een standaard vorderingsformulier in, samen met de bewijsstukken (de overeenkomst, correspondentie, enz.), en voldoet de rolrechten. Afhankelijk van de EU lidstaat, de bevoegde rechtbank en de waarde, ligt dit bedrag doorgaans tussen de €30 en €100. Indien de vordering ontvankelijk wordt bevonden, stuurt de rechtbank het formulier door naar de verweerder, die 30 dagen de tijd heeft om een schriftelijk verweer (of een tegenvordering) in te dienen. In uitzonderlijke gevallen kan ook een zitting (op afstand) georganiseerd worden. Indien de rechtbank besluit dat zij over voldoende informatie beschikt, zal zij binnen de 30 dagen een vonnis vellen op basis van de documenten van eiser en verweerder. Vervolgens kan de in het gelijk gestelde partij met beperkte formaliteiten overgaan tot tenuitvoerlegging van het vonnis in het land van de verweerder.
Wanneer er sprake is van een grensoverschrijdende, niet-betwiste geldvordering (bv. een niet-betwiste factuur), biedt ook de Europese Betalingsbevelprocedure (“EBB”) een goed alternatief voor een klassieke procedure. In tegenstelling tot de small claims procedure, komen enkel (niet-betwiste) geldelijke vorderingen in aanmerking voor het EBB. De waarde van de vordering is in dit geval niet begrensd. Inhoudelijk zijn de procedures vergelijkbaar. Na neerlegging van een standaardformulier onderzoekt de rechtbank of het EBB-verzoek ontvankelijk en gegrond is. Bij gebreke aan een tijdig verweer door de debiteur, is het uitgevaardigde EBB onmiddellijk uitvoerbaar.
Begin dit jaar voerde Verordening (EU) 655/2014 nog een procedure in die het voor schuldeisers mogelijk maakt om in grensoverschrijdende zaken eenvoudig(er) bewarend beslag te leggen op buitenlandse bankrekeningen (de zgn. European Account Preservation Order, ‘EAPO’). Deze procedure, die zonder de schuldenaar gevoerd wordt, kan reeds opgestart worden vooraleer er een procedure ten gronde is, maar evengoed tijdens of na een procedure ten gronde. De rechtbanken van de EU lidstaat die over het bodemgeschil beslissen, zijn ook bevoegd voor de EAPO.
Om het buitenlands bewarend bankbeslag via een EAPO te verkrijgen, moet de schuldeiser bewijzen dat de inning van zijn vordering zonder het beslag onmogelijk wordt gemaakt of wordt bemoeilijkt. Als er nog geen vonnis ten gronde is, moet hij de rechtbank ook overtuigen dat de vordering tegen de schuldenaar waarschijnlijk gegrond zal worden verklaard. Om misbruik van de EAPO te voorkomen, kan de rechtbank een zekerheidsstelling van de schuldeiser vragen. Tenslotte, indien de schuldeiser reeds over een vonnis beschikt, maar niet weet waar de schuldenaar bankrekeningen aanhoudt, voorziet de EAPO-procedure in een mechanisme om informatie te verzoeken over de buitenlandse bankrekeningen van de schuldenaar.
Concreet:
- Een belangrijke voorwaarde om de small claims en EBB procedures te gebruiken, is dat beide partijen zich in een verschillende EU lidstaat bevinden. Voor een EAPO kan het volstaan dat de schuldenaar een bankrekening in een andere EU lidstaat heeft. In sommige gevallen kunnen door dit grensoverschrijdend karakter vertalingen vereist zijn, wat bijkomende kosten met zich kan meebrengen.
- Houd rekening met het bevoegde forum, zowel territoriaal (welke EU lidstaat en welke plaats) als materieel (welke rechtbank). Tussen ondernemingen zal de bevoegde rechtbank vaak in algemene voorwaarden bepaald zijn. In het andere geval gelden de wettelijke bevoegdheidsregels (bepaald in de EU en nationale wetgeving).
- Indien een advocaat een small claims of EBB-verzoek indient, kan men in België aanspraak maken op een minimum rechtsplegingsvergoeding. Naast de hoofdsom kunnen ook interesten (volgens de Wet Betalingsachterstand) en de toepassing van een forfaitair schadebeding (maximaal 10% van de hoofdsom, min. €40 – max. €2’500) gevorderd worden.
- Een EAPO kan nuttig zijn, maar het is gevaarlijk het te hanteren als drukkingsmiddel. Een onterecht gelegd beslag kan immers leiden tot een schadevergoeding.
- Niet alle EU lidstaten spelen mee: een small claims procedure of een EBB kan niet gebruikt worden voor geschillen in Denemarken. Er kan niet om een EAPO verzocht worden op een Deense of Britse bankrekening.
Meer weten:
- De nieuwe small claims verordening is te vinden via: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A32014R0655. De EBB- en EAPO- verordeningen kunnen respectievelijk geraadpleegd worden via http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=celex:32006R1896 en: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=celex:32014R0655
- Alle small claims-, EBB- en EAPO- formulieren zijn beschikbaar op het Europees e-justitieportaal: https://e-justice.europa.eu/content_dynamic_forms-155-nl.do
