In the Picture

Pdf versie Archief Schrijf je in

'Class actions' vanaf 1 september 2014 ook mogelijk in België

September 2014

Stel je voor.

Je wordt opgeroepen om te verschijnen voor de rechtbank van koophandel te Brussel om je te verdedigen tegen een zogenaamde ‘rechtsvordering tot collectief herstel’ ingesteld door consumentenorganisatie Test-Aankoop. De brief vermeldt dat Test-Aankoop een groep consumenten vertegenwoordigt. Het betreft klanten van je die schade zouden hebben opgelopen doordat hun persoonlijke gegevens op het internet te grabbel werden gegooid. Test-Aankoop eist dat die schade wordt vergoed. Je gaat te rade bij je advocaat en vraagt hem welke klanten Test-Aankoop precies vertegenwoordigt en welke financiële gevolgen deze zaak voor je onderneming kan hebben. Blijkt dat zowel de groep van consumenten als de omvang van de schadeclaim nog onbepaald zijn, hetgeen eigen zou zijn aan een dergelijke ‘rechtsvordering tot collectief herstel’.

Even verduidelijken.

Op 1 september 2014 wordt de ‘rechtsvordering tot collectief herstel’ van kracht. Het is de Belgische variant op de zogenaamde ‘class actions’. Deze rechtsprocedure beoogt een efficiëntere afdwinging van consumentenrechten. Voor het eerst in het Belgische recht laat de ‘rechtsvordering tot collectief herstel’ toe dat een groepsvertegenwoordiger een vordering instelt namens een groep van consumenten die schade hebben geleden als gevolg van een gemeenschappelijke oorzaak. Deze vordering lijkt in het bijzonder interessant wanneer de schade van de individuele consumenten beperkt is, zodat het onwaarschijnlijk is dat zij elk afzonderlijk daarvoor een procedure zouden opstarten.

De gemeenschappelijke oorzaak van de collectieve schade moet hebben plaatsgevonden na 1 september 2014.

Wie kan de rechtsvordering tot collectief herstel instellen?

De rechtsvordering tot collectief herstel kan enkel worden ingesteld door een ‘groepsvertegenwoordiger’. Consumentenverenigingen kunnen als groepsvertegenwoordiger optreden, op voorwaarde dat ze rechtspersoonlijkheid bezitten en in de Raad van Verbruik zetelen of door de minister erkend zijn (denk aan Test-Aankoop). Ook andere verenigingen kunnen groepsvertegenwoordiger zijn wanneer ze (i) meer dan drie jaar rechtspersoonlijkheid bezitten, (ii) erkend zijn door de bevoegde minister en (iii) een maatschappelijk doel hebben dat een rechtstreeks verband houdt met de collectieve schade. Een individuele consument, al dan niet vertegenwoordigd door een advocaat, kan dus geen rechtsvordering tot collectief herstel instellen.

Welke schade komt in aanmerking?

De schade moet ontstaan zijn door een inbreuk op een contractuele verplichting van de onderneming, of door een inbreuk op een specifieke wet die de bescherming van de consument beoogt. De wetgever heeft 31 wetten (exhaustief) opgelijst, waaronder het mededingingsrecht, de wetgeving inzake marktpraktijken, alsook de privacy wetgeving, die als basis kunnen dienen van een rechtsvordering tot collectief herstel.

Hoe verloopt de procedure?

Enkel de Brusselse rechtbanken kunnen kennis nemen van de rechtsvordering tot collectief herstel. In een eerste fase moet de rechter oordelen of de ‘groepsvertegenwoordiger’ de vereiste hoedanigheid bezit en of de schade in aanmerking komt voor een rechtsvordering tot collectief herstel (de ontvankelijkheidsbeslissing). Ook dient de rechter te bepalen hoe de groep van consumenten wordt gevormd. Hij kan hierbij kiezen voor een ‘opt-in’ of ‘opt-out’ systeem. De rechter is verplicht om voor het ‘opt-in’ systeem te kiezen in geval van lichamelijke of morele collectieve schade.

‘Opt-in’ betekent dat de consument slechts lid kan worden van de groep indien hij binnen de beschrijving van de groep valt en uitdrukkelijk verklaart te willen toetreden. ‘Opt-out’ betekent dat elke consument die binnen de beschrijving van de groep valt, automatisch lid wordt van de groep, tenzij hij uitdrukkelijk te kennen geeft er geen deel van te willen uitmaken. De keuze van de consument is in principe onherroepelijk. Eenmaal een consument tot de groep behoort, verliest hij zijn mogelijkheden om individueel naar de rechter te stappen voor dezelfde schade. Dat geldt zowel voor vorderingen bij de burgerlijke rechter als voor een burgerlijke partijstelling voor een strafrechtbank. Parallelle procedures door consumenten die niet tot de groep behoren, blijven mogelijk; zeker in geval van ‘opt-in’ systemen blijft het risico op parallelle procedures reëel.

De tweede fase is een verplichte onderhandelingsfase tussen de groepsvertegenwoordiger en de onderneming. Indien deze tot een minnelijk akkoord komen binnen de contouren van de ontvankelijkheidsbeslissing, wordt dit akkoord gehomologeerd door de rechter. Indien geen akkoord wordt gevonden, wordt de gerechtelijke procedure verdergezet. De uitkomst van de procedure is in elk geval bindend voor alle leden van de groep.

Bij voortzetting van de gerechtelijke procedure stelt de rechter een schadeafwikkelaar aan. Zijn opdracht bestaat er in om de correcte uitvoering te verzekeren van het gehomologeerd akkoord of het vonnis.

Concreet.

  • Ga er veiligheidshalve van uit dat de rechtsvordering tot collectief herstel kan spelen in al jouw contacten met consumenten.
  • Deze procedure is vooral interessant voor consumenten met beperkte schade uit een gezamenlijke oorzaak.
  • Luister naar eventuele kritiek van consumentenorganisaties; zij hebben vanaf nu een stok achter de deur omdat ze als groepsvertegenwoordiger kunnen optreden.

Meer weten?

  • De rechtsvordering tot collectief herstel werd ingevoegd in het Wetboek van Economisch Recht (Boek XVII, Titel 2) en kan hier worden geconsulteerd.
  • Een presentatie over rechtsvordering tot collectief herstel kan hier worden geconsulteerd.
Close