Wat u moet weten.

Ondernemingen maken steeds meer gebruik van camera’s om bezoekers te identificeren, bedrijfslokalen te beveiligen en werknemers te controleren. Voor een videoparlofoon of een camera die louter dient om de persoon die aanbelt te identificeren, gelden de algemene regels van de GDPR (zie GDPR toolkit). Wanneer u een bewakingscamera installeert aan de ingang van uw gebouw, moet u ook de specifieke bepalingen van de (vernieuwde) Belgische camerawet naleven. Voor camera’s op de werkvloer gelden bovendien de regels van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 68.

De niet-naleving van deze wetgeving kan aanleiding geven tot boetes. In Oostenrijk werd de uitbater van een sportcafé beboet omdat de bewakingscamera aan de ingang van zijn zaak onvoldoende was aangeduid en ook een groot deel van de openbare weg filmde.

Wat u moet doen.

Sinds 25 mei 2018 geldt de verplichting om uw bewakingscamera aan te geven bij de politiediensten vooraleer u deze in gebruik neemt. Deze aangifte gebeurt via een webapplicatie van de FOD Binnenlandse Zaken. Dit geldt ook voor ondernemingen die hun bewakingscamera voor 25 mei 2018 hebben gemeld bij de Privacycommissie - deze verplichting en het openbaar register werden afgeschaft. Deze ondernemingen moeten aan de nieuwe verplichting voldoen tegen 25 mei 2020.

U moet ook een “register van beeldverwerkingsactiviteiten” aanleggen. De inhoud van dit register overlapt grotendeels met dat van het register van verwerkingsactiviteiten maar omvat ook andere informatie zoals het type camera en de specifieke locatie ervan. Een pragmatische aanpak bestaat erin om de informatie op te nemen in een apart luik “beveiliging” van uw register van verwerkingsactiviteiten.

Het heimelijk gebruik van een bewakingscamera is verboden. U moet betrokkenen informeren over de camerabewaking met een reglementair voorgeschreven pictogram. Dit bevat de standaardbepaling “Camerabewaking - Wet van 21 maart 2007” en daarnaast ook de identiteit van uw onderneming en uw contactgegevens. Betrokkenen die het pictogram passeren, stemmen toe met de camerabewaking.

U mag in principe enkel op uw eigen terrein filmen – het filmen van aangrenzende gebouwen of de openbare weg moet tot een minimum worden beperkt. De bewakingscamera wordt dus bij voorkeur aan de ingang van uw gebouw en niet aan een ingangspoort opgehangen.

U kan het beeldmateriaal tot maximum 1 maand bewaren tenzij u dit langer nodig hebt als bewijsmateriaal van een concreet misdrijf of schadegeval of voor het identificeren van een potentiële dader, slachtoffer of getuige.

Wanneer u camera’s installeert op de werkvloer moeten uw werknemers hierover worden ingelicht en geconsulteerd (via de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk of de vakbondsafvaardiging). Indien de camerabewaking als doel heeft om werknemers te controleren mag dit niet op permanente basis en mogen beslissingen over, en beoordelingen van werknemers niet uitsluitend gebaseerd zijn op dit beeldmateriaal.